Let op dit apparaat maakt gebruik van 4 verschillende lasmethoden. Lees hieronder hoe deze werken en wat de voordelen hiervan zijn.
1 en 2. MIG en MAG lassen
Het verschil tussen MIG en MAG lassen
Het verschil tussen MIG en MAG lassen valt al te herleiden uit de volledige namen. MIG staat voor Metal Inert Gas en MAG staat voor Metal Active Gas. Het enige verschil tussen deze lastechnieken is het type beschermgas dat wordt gebruikt.
Bij MIG-lassen wordt bijvoorbeeld argon of mengsels van argon met waterstofgas en helium gebruikt als inert gas. Bij MAG-lassen wordt een actief gas gebruikt, zoals koolstofdioxide (CO₂). Zo reageert een inert gas niet met het smeltbad en een actief gas wel. De MIG-lastechniek wordt dus ingezet als er geen chemische reactie gewenst is.
MIG/MAG-lassen
Het enige verschil tussen MIG en MAG-lassen is dus beschermgas. Het lasproces is verder precies hetzelfde. Daarom wordt MIG/MAG-lassen als 1 techniek benoemd. Bij MIG/MAG-lastechniek maken we gebruik van een elektrode die langzaam afsmelt. Er is dus een constante spanning aanwezig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld TIG-lassen waar een constante stroom wordt gebruikt.
Bij MIG/MAG lassen wordt tijdens het lasproces continu mechanisch een draad aangevoerd. Deze lasdraad wordt door de lastoorts aangevoerd en door de lasser gebruikt om de las te leggen. Tijdens het lassen ontstaat een plasmaboog. De draad in deze plasmaboog dient als elektrode en smelt af, waardoor het eveneens dienst doet als toevoegmateriaal.
3. MMA lassen
MMA-lassen is een lasmethode waarbij de staaf toevoegmateriaal in de elektrodehouder dient als de laselektrode. De boog brandt tussen de staaf en het werkstuk.
Het verschil met andere lasmethoden is dat de toevoegmateriaalstaaf die bij MMA-lassen dient als laselektrode, tijdens het lasproces steeds korter wordt. Bij TIG- en MIG-/MAG-lassen blijft de lengte van de elektrode constant. Daarom moet de afstand van de lastoorts tot het werkstuk steeds constant blijven. Bij MMA-lassen moet de elektrodehouder echter steeds naar het werkstuk toe bewogen worden om de afstand tussen de elektrode en het smeltbad constant te houden. Dit is een speciale uitdaging bij MMA-lassen.
4. FCAW lassen
De laselektrode is bij dit lasproces een holle draad die gevuld is met een fijn laspoeder dat bestaat uit stoffen die tijdens het verhitten/afsmelten in het smeltbad beschermgassen vormen die het vloeibare metaal tegen zuurstofindringing beschermen. Tevens wordt er door de draadvulling ook een snelstollende slak gevormd die in verticale en bovenhandse lasposities het smeltbad ondersteunt en spatten en stralen vermindert, waardoor met relatief grote stromen gewerkt kan worden. De slaklaag laat zich na afloop van het lassen meestal eenvoudig mechanisch verwijderen.
Er zijn zeer veel verschillende typen lasdraad verkrijgbaar voor dit lasprocedé, waarbij verschillen bestaan tussen de gebruikte vulmiddelen maar ook qua draadfabricage (dichtgelast of rondgevouwen).
Sommige lasmachines bieden ook de mogelijkheid om een lastang voor lassen met beklede elektrode aan te sluiten, zodat de lasser gemakkelijk van lasproces kan omschakelen.
Specificaties
- Model : PM-IMG-220T
- Voltage : 230 V/ 50 Hz
- Energieverbruik : MIG/MAG : 11.5 kVA
- Lasmogelijkheden : MIG / MAG / FCAW / MMA
- Lasstroombereik MIG / MAG : 40-400 A
- Lasstroom inschakelduur 100% : ( MIG/MAG - 309 A )
- Lasstroom inschakelduur 60% : ( MIG/MAG - 400 A )
- Ondersteunde draaddiameter : 0.8 / 1.0 mm
- Ondersteunde electrodediameter : 1.6 mm - 4 mm
- Ondersteunde draadspoelen : maximaal 5 kg
- Buitendiameter van de invoerrol : 30 mm
- Binnendiameter van de invoerrol : 10 mm
- Dikte van de invoerrol : 10 mm
- Isolatieklasse : F
- Beschermingsklasse : IP21S
- Afmetingen : 56 x 27 x 41 cm ( L x B x H )
- Gewicht : 12 KG
Inhoud :
- Lasapparaat
- Laskap
- Elektrodetang
- Massaklem
- CO2 laskabel
- Borstel en Lasbikhamer